Emma de Leeuw al 60 jaar bij Rijsbergs Toneel

-

RIJSBERGEN – Het Rijsbergs Toneel heeft in Emma de Leeuw eerdaags een diamanten jubilaris. Een geroutineerde en dankbare actrice voor de toneelclub, die de voorkeur gaf aan karakterrollen.

DOOR CHARLES LUIJTEN

Sinds 1954 staat de in Rijsbergen geboren en getogen Emma de Leeuw op het podium. Al die tijd is ze ook al lid van het Rijsbergs Toneel. Die club had wat haar betreft best Toneel Vereniging Geestesbeschaving mogen blijven heten. Een historische naam van de vereniging die in 1902 werd opgericht doe je niet zo maar even weg. Ze was 18 jaar toen ze voor de eerste keer op de planken kwam. Dat was als patiënte in het stuk ‘De Wonderdokter’ van de Vlaamse schrijver Jansen. Ze weet nog precies wat toen haar eerst uit te spreken tekst was. In Vlaams accent zei ze: “Awel k’ep kiek ut waarum ien mun oor.”

Tekst
Emma de Leeuw is een echte toneelliefhebster. “Ik ging regelmatig naar het Concordia in Breda voor bijwonen van toneeluitvoeringen die door niet eerste de beste beroepsacteurs werden gebracht, zoals Willy Ruijs, Lou van Hensbergen, Co van Dijk, Mary Dresselhuijs en Ellen Vogel. “Samen met Lidia Pellens, Marijke van den Broek en Charles Luijten volgde ik een aantal weekenden toneelcursus op Bouvigne. Die werden verzorgd door bekende landelijke regisseurs en acteurs,” zegt Emma de Leeuw. Vaak waren ten huize van de familie de Leeuw de eerste leesrepetities voor het eerst volgende stuk. Daarvoor stond de deur op nummer 38 in de Bavostraat altijd open. ”Dat was toen een gezellige tijd weet ik nog”, zegt ze Diverse hoofdrollen vertolkte Emma de Leeuw in haar periode bij Rijsbergs Toneel Geestesbeschaving anno 1902 zoals bijvoorbeeld in het blijspel ‘Jenny’ en het stuk ‘Lucy’s baby’. Om en nabij twaalf regisseurs heeft ze meegemaakt.

Herinneringen
Emma de Leeuw heeft aan haar tijd bij het toneel heel wat herinneringen overgehouden. “Ik moet er zo nu en dan nog om lachen, al was het niet prettig toen die zich voordeden. Tot voor Koutershof in 1970 kwam speelden we in het Jongenspatronaat later parochiehuis geheten. Het patronaat dat beschikte niet over kleedkamers, daarvoor deed een klaslokaal van de aangrenzende jongensschool dienst. Een afzonderlijk toilet voor dames en heren ontbrak eveneens. Koffie en thee voor de toeschouwers tijdens de pauze was er niet bij en de zaalverwarming liet soms ook te wensen over. Als het buiten stortregende moesten teilen en emmers achter de toneelcoulissen neergezet worden om daarin het water dat dwars door het dak kwam op te vangen. Kortom een versleten boel We speelden toen ook nog buiten eigen dorp. Dat ik op Galder in de tuin van schoolhoofd Van de Made in de sneeuw onder een opgestoken paraplu een plasje moest doen, omdat het houten noodgebouw waarin we speelden geen toilet bezat, vergeet je niet,” vertelt Emma de Leeuw.

Afscheid
We halen in het interview tot slot nog even ‘Rozeke van Hazeldonk’ aan. “Dat stuk was voor ons eigen dorpspubliek een grote klapper,” zegt Emma de Leeuw (78) voor wie het na zoveel jaar genoeg geweest is. Haar afscheid wacht. Zij is als toiletjuffrouw Marijke in blijspel ‘PerronGeluk’ 20, 21 en 22 maart voor het laatst te zien. Voor haar valt het doek definitief waarmee een stukje ‘toneellegende in het Rijsbergse’ voor de trouwe bezoeker verdwijnt. FOTO CHARLES LUIJTEN

Bron: De Zundertse Bode (donderdag 12 maart 2015)