Jenny heeft tientallen jaren de rol van perfecte echtgenote van een rijke zakenman moeten spelen, hoewel ze daar een levensgrote hekel aan had. Maar als haar man plotseling overlijdt, gooit ze het over een heel andere boeg. Ze gaat dingen doen die je bepaald niet van een vrouw van zeventig jaar verwacht. Ze neemt schilderles, waarbij ze een opvallende voorkeur voor naakte politiemannen toont en ze wordt een regelmatige gast op swingende house party’s. In haar tot schildersatelier omgetoverde woonkamer worden de respectabele zakenvrienden van haar man vervangen door “broeders en zusters” in de kunst. Jenny’s omgeving reageert deels geschokt, deels geamuseerd. Vooral Jenny’s oudste dochter heeft nogal wat moeite met de situatie. Maar Jenny zet door, zelfs als ze tegen diverse op het oog onoplosbare problemen aanloopt. Uiteindelijk komt alles op z’n pootjes terecht.
“Jenny” is een heerlijk blijspel, waarin de problemen van het ouder worden met veel humor, maar soms ook met een serieuze ondertoon worden belicht.