Christian Martin is een zeer vlotte jongeman. Hij werkt sinds vier jaar bij meneer Barnier, de schatrijke zeepfabrikant, en is langzamerhand de vertrouwensman en rechterhand van de baas geworden. Als het stuk begint komt Christian vóór het ontbijt bij meneer Barnier op bezoek omdat hij hem iets heel belangrijks heeft mee te delen. Ten eerste komt hij om opslag vragen want hij wil gaan trouwen met een rijk meisje en dat kan hij niet doen als hij maar zo’n klein salaris verdient. Na flink tegensputteren van de kant van meneer Barnier en toespelingen op de concurrent van de kant van Christian, krijgt hij zijn opslag. Dan komt de tweede mededeling. Het meisje waar hij mee wil trouwen is de dochter van meneer Barnier. Dit is een onbeschaamdheid waar meneer Barnier een soort toeval van krijgt. Het is die jongen natuurlijk om de bruidsschat van zijn dochter te doen. En dan komt mededeling nummer drie: Christian heeft meneer Barnier in de jaren dat hij bij hem werkte voor ruim drie ton bestolen. Niemand heeft er iets van gemerkt, de boeken kloppen precies en meneer Barnier heeft, dank zij Christian, enorme winsten gemaakt. Christian heeft de kostprijs van de zeep weten te verlagen met zeven centimes per stukje. Maar hij heeft er maar zes van berekend. Die ene centime heeft hij voor zichzelf gehouden en dat is nu tot drie en een halve ton opgelopen. Hij heeft dat geld niet op een bank gestort, maar er juwelen voor gekocht. Die bewaart hij in een koffertje en hij wil ze als huwelijkscadeau voor zijn dochter aan meneer Barnier overhandigen. Meneer Barnier moet er nog maar eens rustig over nadenken, dan gaat Christian zolang een loopje maken. Maar van dat rustig nadenken komt niet veel terecht. Colette, de dochter van meneer Barnier vertelt in vertrouwen aan het kamermeisje Bernadette dat ze zo ongelukkig is want ze is verliefd op een jongen beneden haar stand en haar ouders zullen vast nooit toestemming geven voor dat huwelijk. Bernadette zegt: ‘U moet tegen uw ouders zeggen dat u een baby verwacht – dan moeten ze het wel goed vinden’. Meneer Barnier is razend als hij het nieuws over de baby hoort. Maar dan dringt er een jong meisje bij hem binnen dat hem komt opbiechten dat zij zijn naam heeft gebruikt. Ze heeft tegen haar verloofde gezegd dat zij een dochter van meneer Barnier was omdat ze zich geneerde voor haar eenvoudige afkomst. Nu is ze bang dat de jongeman bij meneer Barnier om haar hand zal komen vragen. Of hij alsjeblieft niks zeggen wil; ze wil het hem zelf vertellen. Meneer Barnier begrijpt dan dat Christian dus niet de minnaar van Colette is en als hij dan nog hoort dat haar echte vriend zijn vroegere chauffeur Oscar is, die uit wanhoop omdat hij haar niet krijgen kon, dienst heeft genomen in het vreemdelingenlegioen, dan zit het zaakje wel voldoende in de knoop om er drie bedrijven lang vertwijfeld aan te rukken en pieterig aan te peuteren om het te ontwarren. En natuurlijk loopt het verrassend goed af. Karakters: Het is eigenlijk allemaal te dwaas om over karakters te kunnen spreken. Het stuk is een clownerie en Barnier de volmaakte August. Hoe hardere klappen hij te incasseren krijgt, hoe harder we lachen. Christian is de charmante boef. Philippe, de masseur van meneer Barnier, de domme krachtpatser. Oscar, het mooie, malle jongetje. Wat de dames betreft Mevrouw Barnier is een verrukkelijke rol: zo snoezig-stom! Colette is iets minder aantrekkelijk met haar begeerte naar een huwelijk, ’t komt er niet op aan met wie. Maar ze is tenslotte nog een kind en zo groen als gras. Bernadette, het kamermeisje dat met een baron trouwt, heel behulpzaam ondanks haar houding van grande dame. Jacqueline, de meest normale van het stel. Madame Bouillotte, de verrassing aan het eind, ook niet snik, maar wel sympathiek. Sympathiek zijn ze eigenlijk allemaal!
– Bron: Toneelcentrale.nl